Op 30 mei 2017 heeft het Hof Den Haag een tussen een ziekenhuis en patiënt gesloten vaststellingsovereenkomst vernietigd. Het hof oordeelde in deze zaak – waarin sprake was van ernstig lichamelijk en psychisch letsel als gevolg van een serieuze medische fout – dat het ziekenhuis er in redelijkheid niet toe had mogen overgaan met de patiënt een finale vaststellingsovereenkomst te sluiten, zonder dat de patiënt werd bijgestaan door een ter zake kundig advocaat.

De patiënt was als gevolg van een medische fout aan beide ogen blind geraakt. Door het ziekenhuis werd ten aanzien hiervan aansprakelijkheid erkend. Aanvankelijk heeft de patiënt een advocaat in de arm genomen, maar later besloot hij hiervan afstand te doen. De advocaat  heeft zich hiertegen vanwege de psychiatrische problematiek van zijn cliënt verzet. Desondanks heeft de gemachtigde van het ziekenhuis de onderhandelingen met betrekking tot de vaststellingsovereenkomst buiten het medeweten van diens advocaat voortgezet en heeft de patiënt de vaststellingsovereenkomst zonder bijstand van een advocaat ondertekend.

Hierop volgend heeft de patiënt zich gerealiseerd dat hij een slechte deal met het ziekenhuis had gesloten, waarna hij weer contact met zijn advocaat heeft opgenomen. De advocaat van de patiënt heeft hierna de vernietigbaarheid van de overeenkomst ingeroepen op basis van misbruik van omstandigheden/bedrog. Hiertoe is namens de patiënt aangevoerd dat hij tijdens het sluiten van de vaststellingsovereenkomst leed aan een psychische stoornis, dat hij niet werd bijgestaan door een kundig adviseur en dat hij ernstig door de deal was benadeeld. In de overeenkomst was namelijk geen rekening gehouden met het feit dat de patiënt als gevolg van de schadevergoeding zijn recht op bijstandsuitkering zou verliezen.

Het hof volgde het standpunt van de patiënt en oordeelde dat volstrekt onvoldoende rekening was gehouden met het feit dat de patiënt door de schadevergoeding (als lump-sum) zijn bijstandsuitkering zou kwijtraken. Als de patiënt immers zou zijn bijgestaan door een redelijk bekwaam, redelijk handelend letseladvocaat zou de patiënt op diens advies nooit met de vaststellingsovereenkomst zoals die luidde hebben ingestemd. Als gevolg van deze discrepantie was sprake van een zodanige wanverhouding tussen het totale aan de patiënt uitgekeerde schikkingsbedrag en de redelijkerwijs te verwachten uitkomst van een gerechtelijke procedure dat het ziekenhuis wist of had moeten begrijpen, dat de patiënt – als gevolg van het feit dat hij niet werd bijgestaan door een ter zake kundig juridisch adviseur – met de vaststellingsovereenkomst onrecht werd aangedaan. De vaststellingsovereenkomst is vernietigd.

Heeft u hulp nodig bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst? Neem dan contact met ons op zodat u zich van deskundig advies kunt voorzien!

De volledige uitspraak kunt u hier lezen.