In letselschadezaken worden veel openeinderegelingen getroffen. Daarbij wordt de (schade)balans van verschenen schade wordt opgemaakt, er wordt een betaling afgesproken, maar er wordt geen finale kwijting overeengekomen. De openeinderegeling heeft haar nut voor de praktijk bewezen, maar leidt bij juridische analyse tot hoofdbrekens.
Partijen beogen met het treffen van een openeinderegeling een afronding te bereiken. Tegelijkertijd wordt, in tegenstelling tot de werkwijze in zaken waarin geen sprake is van een openeinderegeling, geen finale kwijting overeengekomen. Het is de vraag of dit elkaar tegenspreekt: wat komen partijen nu eigenlijk overeen? Hoe moeten deze afspraken juridisch worden gekwalificeerd? En, kunnen partijen altijd op deze afspraken terugkomen of gooien de regels omtrent verjaring en wilsgebreken wat dat aangaat mogelijk roet in het eten?
In dit artikel van Jeroen Quist en Caroline Janssen zijn deze vragen uitgediept en besproken. Daarbij is gewezen op het feit dat de kwalificatie van de openeinderegeling van belang is met het oog op de mogelijkheden tot vernietiging van de overeenkomst en de verjaring. De praktijk is divers, waardoor in het artikel met het uitzetten van de algemene lijn is volstaan. Meer weten over dit artikel? U kunt dit artikel hier lezen.