Onder het nieuwe – vanaf 1 juli 2015 – geldende recht kan nog steeds een ontslag op staande voet worden gegeven. De vraag is echter of de werkgever ook nu nog een voorwaardelijk ontbindingsverzoek kan indienen.
Zoals eerder op onze website is vermeld is het nieuwe ontslagrecht (de Wet werk en zekerheid) op 1 juli 2015 in werking getreden. Voor die datum kon de werkgever, nadat hij een werknemer op staande voet had ontslagen, een verzoek bij de kantonrechter indienen om de arbeidsovereenkomst (voorwaardelijk) te ontbinden. Dat werd gedaan voor het geval dat – soms pas na jaren procederen – kwam vast te staan dat het verleende ontslag op staande voet niet geldig was. Dat betekende dat de werknemer al die tijd in dienst was gebleven en in beginsel ook recht had op loon. Om dit risico (dat achteraf over een lange periode loon moest worden betaald) te beperken kon de werkgever de kantonrechter vragen de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Indien het ontslag op staande voet achteraf gezien niet geldig was, dan hoefde het loon (maar) te worden doorbetaald tot de datum waartegen de kantonrechter de arbeidsovereenkomst had ontbonden, omdat de arbeidsovereenkomst op die datum sowieso geëindigd was.
De vraag is echter of de werkgever ook nu nog een voorwaardelijk ontbindingsverzoek (zoals hierboven beschreven) kan indienen. Daarover bestaat niet alleen in de arbeidsrechtelijke literatuur, maar ook in de rechtspraak discussie. Samen met mr. Daniël Doolaege heeft Jeroen Quist deze problematiek in kaart gebracht. Hun artikel verscheen onlangs in Tijdschrift ArbeidsrechtPraktijk (TAP 2016-3, nr 135). In het artikel is geconcludeerd dat het gewenst is wanneer de Hoge Raad duidelijkheid schept, maar tegelijkertijd is de vraag opgeworpen op de Hoge Raad dat wel kan door het geven van één uitspraak. Het is de vraag of de Hoge Raad voor alle mogelijk denkbare situaties in één keer helderheid kan bieden.
In dit verband is nog vermeldenswaard dat het artikel werd aangehaald in de uitspraak van de Kantonrechter Enschede van 26 april 2016 (deze uitspraak kunt u hier lezen). Deze kantonrechter is ook van oordeel dat het gewenst is dat er duidelijkheid komt over de mogelijkheid van het indienen van een ontbindingsverzoek na een ontslag op staande voet. In de uitspraak heeft de kantonrechter aangegeven voornemens te zijn hierover vragen aan de Hoge Raad te stellen.
Hoe hierop door de Hoge Raad zal worden gereageerd zal moeten worden afgewacht.